Een Klasse II relatie kenmerkt zich door een abnormale beet relatie waarin het lijkt of de bovenkaak of de boventanden te ver naar voren staand ten opzichte van de onderkaak. De feitelijke situatie is meestal te wijten aan het terug liggen van de onderkaaak of wordt veroorzaakt door een te kleine onderkaak. Klasse II afwijkingen vertonen gewoonlijk een convex gezichtsprofiel met een terugliggende kin. De reden van deze situatie kan liggen in erfelijke eigenschappen of gewoonten zoals duimzuigen.
Een Klasse III probleem kent bijna altijd een erfelijke oorzaak. In dit geval liggen de onderkaak en de ondertanden tanden vóór die van de bovenkaak. De onderkaak lijkt buitensporig groot te zijn, maar in sommige gevallen kan de bovenkaak ook bijdragen aan de afwijking doordat deze terug ligt of onderontwikkeld is. Er zijn verschillende behandelingen om een klasse III probleem op te lossen, afhankelijk van de oorzaak. De behandeling kan varieren van een stimuleren van de bovenkaaks groei op vroege leeftijd, soms alleen vaste apparatuur maar bij een echte overontwikkeling van de onderkaak is een chirurgische oplossing toch de beste.
Een Pseudo klasse III, in het bijzonder bij jongere patiënten, is een gevolg van het afschuiven van de tanden waardoor het lijkt alsof de onderkaak naar voren ligt. Doordat de tanden van de boven- en onderkaak niet optimaal zijn uitgelijnd schuift de onderkaak naar voren ten opzichte van de bovenkaak. Vroeg ingrijpen is dan noodzakelijk om een abnormale groei of positie van zowel de boven- als onderkaak te voorkomen.
Ruimtegebrek(crowding in het Engels) van de tanden is waarschijnlijk de meest voorkomende orthodontische afwijking. Hoewel veel factoren kunnen bijdragen aan het ruimtegebrek kun je het eigenlijk samen vatten door het te beschouwen als een verschil in grootte van de tanden in verhouding tot de ruimte in elke kaak.
Ruimtegebrek is vaak onderdeel van andere orthodontische problemen. Ruimtegebrek kan de oorzaak of het gevolg zijn van andere problemen, zoals niet doorgebroken tanden, het klem zitten tanden, of doordat tanden niet op een normale manier wisselen. Een kruisbeet van de voorste tanden of van de kiezen kan ook leiden tot een gebrek aan ruimte.
ruimte tussen de tanden( in de volksmond “het fietsenrek”) is een ander veel voorkomend probleem, dat een orthodontische behandeling noodzakelijk maakt. Net als bij ruimtegebrek is er sprake van een disharmonie tussen de grootte van de tanden en de ruimte in de kaak. Ruimte overschot kan zowel in debovenkaak als de onderkaak optreden maar ook zowel voor- als achterin bij de kiezen. Tand grootte verschillen, zoals kleinere tanden of abnormaal gevormde tanden(kegeltanden) kunnen de reden zijn van ruimteoverschot.
Een open beet kan zowel optreden bij de snijtanden als bij de kiezen. Bij een frontale openbeet is er geen sprake van een normale verticale overlap van de snijtanden. Meestal wordt een open beet verorzaakt door gewoontes zoals duim- of vingerzuigen of tongpersen tegen de voortanden. Een openbeet bij de tanden kenmerkt zich door het niet raken van de keizen op elkaar waardoor het kauwen lastiger gaat.
Een diepe beet is ook wel bekend als overbeet. Bij een diepe beet overlappen de bovensnijtanden die van de onderkaak helemaal of voor een te groot deel. Soms bijten de ondertanden tegen het verhemelte dicht met beschadiging van het tandvlees als gevolg. Soms kan een verschil tussen de lengte van de boven- en onderkaak de oorzaak zijn voor dit probleem waardoor de voortanden overmatig kunnen uitgroeien voordat ze contact maken.
Wanneer er bij het lachen teveel tandvlees zichtbaar is noemen we dit ook wel een gummy smile. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom er teveel tandvlees zichtbaar is. Bij de faciale analyse stellen de orthodentisten vast waaraan het ligt. Er zijn verschillende behandelopties voor dit probleem. In extreem ernstige gevallen kan een operatie nodig maar meestal kunnen we de problemen met Insignia op lossen.
Een kruisbeet bij de kiezen zal meestal het gevolg van een smalle bovenkaak of een abnormaal brede onderkaak. Een smalle bovenkaak kan een patiënt dwingen om de onderkaak naar voren of naar opzij te verplaatsen bij het sluiten om stabiel dicht te kunnen bijten. Als je dan dichtbijt bevinden de onderste kiezen zich buiten de bovenste rij kiezen.
Een kruisbeet bij de kiezen kan aan één kant of aan twee kanten bestaan. Ook bij de voortanden kan er sprake zijn van een kruisbeet die we dan ook wel een omgekeerde overbeet noemen.